
Lien is een hardwerkende ouder van twee kinderen, die beiden specifieke noden hebben. Bovendien reist Lien het hele land af voor haar werk. Lien en haar gezin hebben er een stevig schooljaar op zitten, maar hun verhaal over uitsluiting begint veel langer geleden.
Leander kreeg zijn diagnose toen hij in het eerste leerjaar lager onderwijs zat. Lien en haar partner startte het traject naar een diagnose vooral zodat de school de nodige middelen voor ondersteuning kon krijgen (het M-decreet was op dat moment nog niet ingevoerd). Lien bracht de papieren die de diagnose van Leander bevestigden naar school. De dag erna kreeg Lien telefoon met de vraag of ze Leander kon komen ophalen, hij had immers een vijs ingeslikt. “Ik moet die dag veel te snel gereden hebben, want ik ben op een halfuur van de ene kant van het land naar de school gereden”. De gevreesde scherpe vijs bleek een stompe bout te zijn, die zonder problemen het lichaam van Leander weer verliet. Dus Leander ging de volgende dag terug naar school. “Ik weet het nog precies, op 11 mei, om kwart na tien, kreeg ik telefoon”. Leander werd van school gestuurd, “hij komt hier nooit meer terug” kreeg Lien te horen. Ze moest Leander ophalen aan de schoolpoort, hij kreeg niet eens zijn schoolboeken mee. Die werden later die dag gedropt bij zijn zus, die daarvan enorm onder de indruk was. Lien moest heel snel schakelen, haar zoon had geen school meer en dit zonder enige waarschuwing. Er werd opvang gezocht voor Leander, want hij kon niet direct terecht in een andere school. Zowel voor Leander als voor zijn zus was deze uitsluiting zeer zwaar, gelukkig konden ze bij hun ouders terecht, maar de weg naar herstel was lang. Ook Lien en haar partner voelen de impact nog: “Mijn man en ik hebben dat trauma eigenlijk nooit helemaal verwerkt”.
Wat op die drie dagen tijd was gebeurd, had niemand in het gezin zien aankomen. Nooit eerder kregen ze telefoon van de school. Wel waren Lien en haar partner reeds op zoek gegaan naar een school voor buitengewoon onderwijs voor Leander: “ik wist toen niet anders, als je een diagnose kreeg, ging je naar het buitengewoon, er werd nooit gesproken over inclusie”.
Hoewel Lien niet veel later een grote voorstander werd van inclusie, is ze die eerste school voor buitengewoon onderwijs heel dankbaar. “Zes jaar lang hebben zij samen met ons gewerkt rond dat trauma van afwijzing, mijn zoon bloeide eindelijk weer open, hij leerde omgaan met zijn specifieke noden en ik kreeg mijn kind terug.”
Maar Leander werd ouder en moest de overstap naar het secundair onderwijs maken op een nieuwe school. Lien en haar partner bezochten reguliere scholen, maar de angst voor de afwijzing speelde nog steeds. Leander heeft een IAC-verslag (vroeger een verslag) en moest dus ingeschreven worden onder ontbindende voorwaarden. Zijn ouders wouden het risico niet lopen dat de inschrijving zou ontbonden worden: “mijn zoon zal nooit, nooit meer zo afgewezen worden!”. Dus maakten ze de keuze voor een school voor buitengewoon onderwijs, met een studierichting die Leander helemaal zag zitten.
Half oktober van dat schooljaar werd Lien voor de eerste keer gebeld door de nieuwe school: Leander werd geschorst omdat hij in de les met zijn vinger op zijn bank tikte. Opnieuw moest Lien alles laten vallen om hem op te halen. Noch haar netwerk, noch haar partner was op dat moment in staat om Leander op zo’n korte tijd op te vangen. Dus ging Leander mee naar haar werk: “hij heeft toen uren in mijn auto doorgebracht, terwijl we het land doorkruisten”.
Datzelfde jaar volgden er nog 3 schorsingen. Telkens werden er minimale redenen gegeven, bijvoorbeeld dat Leander de klas verliet op een moment dat dat niet mocht. Wanneer Lien hierover vertelt, maakt ze zich echt kwaad. Ze legt uit dat Leander net geleerd heeft om zich uit de situatie te verwijderen als hij een ‘meltdown’ voelt aankomen. Hij liep dus de klas uit, omdat hij een crisis wou vermijden. “Mijn zoon werd gestraft omwille van een coping-strategie die hij heeft aangeleerd”. Lien en haar gezin zien alles waar ze zes jaar lang aan werkten met Leander wegsmelten.
Ook het tweede jaar op deze school liep grondig mis. Leander ondervond medische problemen waar geen rekening mee gehouden werd. Na enkele incidenten werd het voor Lien duidelijk dat de veiligheid van haar zoon in het gedrang kwam. Maar er zijn weinig uitwegen, de studierichting waar Leander door gepassioneerd is, wordt op weinig andere plekken in Vlaanderen gegeven, nergens een plaats vrij. Opnieuw bracht Leander veel tijd door thuis en op de achterbank van Liens auto.
“Toen ik telefoon kreeg van een andere school, dat ze een plaatsje vrij hadden, heb ik alles laten vallen. Ik ben van voorbij Brussel naar Gent gereden om Leander in te schrijven.” De opluchting was groot toen Leander zijn plekje op een nieuwe school verzekerd kon worden.
Lien vertelt haar verhaal tijdens de zomervakantie, hoe kijkt ze uit naar 1 september: “Bang, ‘ik heb nu al schrik, schrik dat ik weer telefoons ga krijgen, dat Leander meer niet dan wel naar school zal kunnen”.
Gelukkig gaat het nu goed met Leander op zijn nieuwe school, al zijn de gevolgen van de herhaalde uitsluiting nog goed voelbaar. Zo heeft Leander het nog steeds moeilijk om zijn nieuwe leerkrachten te vertrouwen: “We hebben nog een lange weg te gaan” eindigt Lien haar verhaal.