bron: Onderwijs Vlaanderen (2024)

Wat is het Advies van de Commissie Inclusief Onderwijs? 

In 2023 keurde de Vlaamse Regering het Decreet leersteun goed, ter vervanging van het M-decreet. Dit decreet bevat maatregelen voor het gewone onderwijs, leersteun en het buitengewoon onderwijs. Het doel is om beter onderwijs te bieden aan leerlingen met specifieke noden. 

Bij de invoer van het leersteundecreet kwam het advies om een lange termijnvisie en een plan op inclusief onderwijs uit te werken. Hiervoor werd de Onafhankelijke Commissie Inclusief Onderwijs (CIO) opgericht. Zij schreven een advies hoe onderwijs inclusiever kan worden en welke rol gewoon en buitengewoon onderwijs daarbij spelen. 

‘Belangrijk is dat het advies een duidelijke oproep is: ‘we gaan naar scholen voor iedereen.’ We gaan niet het buitengewoon onderwijs versterken, we gaan niet werken in campusscholen, maar we gaan naar één onderwijssysteem voor iedereen.’ – Kim

De commissie stelt als einddoel één inclusief onderwijssysteem met ‘scholen voor iedereen’ tegen 2040. Daarvoor formuleerden ze 8 belangrijke krachtlijnen met concrete acties. Deze krachtlijnen zijn volgens hen noodzakelijk en hebben prioriteit. Ontdek de krachtlijnen en de concrete acties door te klikken op de icoontjes in de afbeelding.  

bron: E. Moens (2024)

Lees hier alle veelgestelde vragen en antwoorden over het advies

Ondanks de verschillende maatregelen (M-decreet, het leersteundecreet…) die België al heeft genomen, is er in Vlaanderen geen plan en geen langetermijnvisie om te evolueren naar één inclusief onderwijssysteem. Dit is noodzakelijk om het recht op inclusie waar te maken (Artikel 22ter, Belgische Grondwet 2021). Het wordt ook expliciet gevraagd door verschillende betrokkenen en adviesorganen: Vlaamse Onderwijsraad (VLOR), de Vlaamse adviesraad voor en door personen met een handicap (niets over ons zonder ons – NOOZO) en de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG).  Hoewel de inspanningen die worden geleverd, kunnen we vandaag in Vlaanderen niet spreken van één inclusief onderwijssysteem (Onderwijs Vlaanderen, 2024). 

Er is geen verplichtend karakter, het is een advies en ministers doen er nog altijd mee wat ze willen.” – Kim

In april 2025 verscheen er een visienota van de Vlaamse regering ‘Stappenplan richting inclusiever onderwijs’ waarin oa. de eerste fase, het werken met pioniersscholen, wordt aangekondigd. Dit duidt erop dat de regering aan de slag gaat vanaf 2026 met de eerste fase zoals beschreven in het advies.

Kim geeft aan dat we een beleid nodig hebben dat zegt: ‘wij gaan dit gewoon doen’. Tegelijk is het ook aan ons als maatschappij om de boodschap uit te dragen ‘Iedereen mag erbij horen’. Je hebt de twee richtingen nodig om het te laten werken, zowel vanuit het beleid, als vanuit de maatschappij.  

 

Er wordt voorgesteld om in fases te evolueren naar 1 inclusief onderwijssysteem: 

Voorbereidingsfase (2024-2029): 

  • Pioniersscholen starten met experimenteren met wat werkt en niet werkt om 1 inclusief onderwijssysteem te worden. De knelpunten worden hierbij in kaart gebracht. 
  • Er wordt een voorbereiding gemaakt met de nodige beleidsveranderingen. 

Overgangsfase  (2029-2034): 

Aan de hand van de kennis uit de voorbereidingsfase, wordt in de volgende fase: 

  • Het beleid en regelgeving aangepast.  
  • Alle scholen starten met het proces om te evolueren naar scholen voor iedereen. 
  • Elke school werkt aan een actieplan richting een school voor iedereen. 

Implementatiefase (2034-2039): 

  • Alle scholen worden ‘scholen voor iedereen’. Er bestaan geen aparte scholen meer voor gewoon en buitengewoon onderwijs. 
  • Alle scholen blijven werken verder aan een inclusieve schoolcultuur, organisatie, toegankelijke schoolgebouwen… om als einddoel in 2040 een inclusief onderwijssysteem te hebben.  

Volgens Kim is het belangrijk dat het advies bij zoveel mogelijk mensen terechtkomt en zo breed mogelijk bekend wordt.  

“Hoe meer mensen ervan weten, hoe meer mensen er mee aan de alarmbel kunnen trekken en verwijzen naar ‘ja, maar daar is een commissie voor samengekomen, daar is een plan, daar ligt iets klaar, daar moet iets mee gebeuren’ (…) Zodat het meer algemeen bekend wordt en geen stille dood sterft.” 

Het recht op redelijke aanpassingen blijft bestaan.

Dit staat bijvoorbeeld vermeld bij de acties van de 1ste krachtlijn ‘een inclusieve werking en schoolorganisatie realiseren in elke school’. Een van de actiepunten is dat elke school een sterke basis biedt voor alle leerlingen. Scholen kunnen dit doen door hun manier van lesgeven toegankelijk te maken voor iedereen en redelijke aanpassingen te voorzien voor leerlingen die het nodig hebben (Onderwijs Vlaanderen, 2024).  

Dit advies gaat voor een ‘onvoorwaardelijk inschrijvingsrecht’. Dat wil zeggen dat elke leerling een school in de buurt kan kiezen waar hij/zij zich goed bij voelt en het recht heeft om daar in te schrijven. Dit recht geldt voor elke leerling ongeacht de specifieke onderwijsbehoeften (Onderwijs Vlaanderen, 2024). 

“Nu is mijn schrik als ouders het advies lezen, dat het overkomt als ‘wij gaan BuO afschaffen en alle kinderen moeten het maar zien te redden in gewoon onderwijs’. Het is genuanceerder dan dat, die nuances moeten ook naar buiten komen.” (Kim) 

De ondersteuning wordt stap voor stap opgebouwd en gebeurt zoveel mogelijk in de klas. Dankzij multidisciplinaire teams op de scholen is er altijd een gepaste ondersteuning beschikbaar voor zowel leerlingen en leerkrachten. Deze teams bestaan bijvoorbeeld uit leerkrachten van het buitengewoon onderwijs, een logopedist(e), een kinesitherapeut, … .  

 Er wordt ook ondersteuning voorzien door regionale expertisecentra om kwaliteitsvol onderwijs te garanderen bij leerlingen met complexe en intensieve ondersteuningsnoden. Daarnaast bieden deze centra ook zeer specifieke expertise bijvoorbeeld voor Vlaamse Gebarentaal. Voor leerlingen waarbij het nodig is kan er ook beroep gedaan worden op ondersteuning van welzijnsactoren (inbegrip van jeugdhulp en gezondheidszorg) (Onderwijs Vlaanderen, 2024).  

 “Het doel is om alle kinderen erin te krijgen met de nodige ondersteuning. Dat het niet iets is zoals nu in het onderwijssysteem, dat werkt niet. Het systeem moet volledig herdacht worden. De expertise van mensen die in buitengewoon onderwijs staan, van de therapeuten… deze moeten in de school komen. En niet dat je jouw kinderen zomaar moet achterlaten in een gewone school.”  

In het advies wordt in de eerste fase gewerkt met pioniersscholen. Pioniersscholen zijn scholen die gaan experimenteren met hun dagindeling, ruimte-indeling… om alle kinderen samen in één klas te brengen. Dit is niet hetzelfde als campusscholen, die nu al bestaan. Een campusschool is meestal een samenwerking tussen een school gewoon en buitengewoon onderwijs waarbij leerlingen bijvoorbeeld de speelplaats delen of elkaar op welbepaalde momenten ontmoeten.

 

“De campusschool kan een tussenstap zijn, maar dit is niet het einddoel!” – Kim

Lees het volledige advies

Wens je na het lezen van dit bericht of het advies graag te reageren? Neem gerust contact op via info@oudersvoorinclusie.be