bron: Onderwijs Vlaanderen (2024)
Wat is de Commissie Inclusief Onderwijs?
In 2023 keurde de Vlaamse Regering het Decreet leersteun goed. In dit decreet is ook de opdracht gegeven aan een Onafhankelijke Commissie Inclusief Onderwijs (CIO) om een advies uit te werken hoe we inclusief onderwijs kunnen waarmaken in Vlaanderen.
De commissie had als opdracht een langetermijnvisie en actieplan uit te werken met aandacht voor de rol van het gewoon en buitengewoon onderwijs.
‘Belangrijk is dat het advies een duidelijke oproep is: ‘we gaan naar scholen voor iedereen.’ We gaan niet het buitengewoon onderwijs versterken, we gaan niet werken in campusscholen, maar we gaan naar één onderwijssysteem voor iedereen.’ – Kim
De commissie stelt als einddoel één inclusief onderwijssysteem met ‘scholen voor iedereen’ tegen 2040. Volgens de commissie kunnen we dit realiseren via 8 krachtlijnen. Swipe hieronder en ontdek ze.

Veelgestelde vragen en antwoorden over het advies
België had in 2009 al het VN-verdrag van de Rechten van Personen met een Handicap (VRPH) ondertekend. Hierdoor is België verplicht om inclusie te realiseren in alle domeinen van het leven, dus ook onderwijs. In 2021 is het recht op een volledig inclusief leven ook opgenomen in de Belgische Grondwet.
Hier zijn stappen voor gezet zoals het M-decreet en het decreet Leersteun als opvolger, maar er was nog altijd geen langetermijn visie en/of actieplan naar 1 inclusief onderwijssysteem. Daarom is deze opdracht aan de Commissie van Inclusief Onderwijs gegeven. Zodat België tegemoet kan komen aan het recht op een volledig inclusief leven.

Er wordt voorgesteld om in fases te evolueren naar 1 inclusief onderwijssysteem:
Voorbereidingsfase (2024-2029):
- Pioniersscholen starten met experimenteren met wat werkt en niet werkt om 1 inclusief onderwijssysteem te worden. De knelpunten worden hierbij in kaart gebracht.
- Er wordt een voorbereiding gemaakt met de nodige beleidsveranderingen.
Overgangsfase (2029-2034):
Aan de hand van de kennis uit de voorbereidingsfase, wordt in de volgende fase:
- Het beleid en regelgeving aangepast.
- Alle scholen starten met het proces om te evolueren naar scholen voor iedereen.
- Elke school werkt aan een actieplan richting een school voor iedereen.
Implementatiefase (2034-2039):
- Alle scholen worden ‘scholen voor iedereen’. Er bestaan geen aparte scholen meer voor gewoon en buitengewoon onderwijs.
- Alle scholen blijven werken verder aan een inclusieve schoolcultuur, organisatie, toegankelijke schoolgebouwen… om als einddoel in 2040 een inclusief onderwijssysteem te hebben.

“Er is geen verplichtend karakter, het is een advies en ministers doen er nog altijd mee wat ze willen.” – Kim
In april 2025 verscheen er een visienota van de Vlaamse regering ‘Stappenplan richting inclusiever onderwijs’ waarin oa. de eerste fase, het werken met pioniersscholen, wordt aangekondigd. Dit duidt erop dat de regering aan de slag gaat vanaf 2026 met de eerste fase zoals beschreven in het advies.
Kim geeft aan dat we een beleid nodig hebben dat zegt: ‘wij gaan dit gewoon doen’. Tegelijk is het ook aan ons als maatschappij om de boodschap uit te dragen ‘Iedereen mag erbij horen’. Je hebt de twee richtingen nodig om het te laten werken, zowel vanuit het beleid, als vanuit de maatschappij.
Volgens Kim is het belangrijk dat het advies bij zoveel mogelijk mensen terechtkomt en zo breed mogelijk bekend wordt.
“Hoe meer mensen ervan weten, hoe meer mensen er mee aan de alarmbel kunnen trekken en verwijzen naar ‘ja, maar daar is een commissie voor samengekomen, daar is een plan, daar ligt iets klaar, daar moet iets mee gebeuren’ (…) Zodat het meer algemeen bekend wordt en geen stille dood sterft.”
Het M-decreet en decreet Leersteun zijn aanvullingen op het huidige (gescheiden) onderwijssysteem waar Buitengewoon onderwijs en regulier onderwijs naast elkaar bestaan.
Het Advies van de Commissie Inclusief Onderwijs is op zoek naar een nieuw onderwijssysteem. Vandaar de focus op ‘scholen voor iedereen’.
1.Onvoorwaardelijk inschrijvingsrecht
Leerlingen kunnen zich inschrijven in een school naar keuze.
2.Normaal schooltraject
Leerlingen gaan naar school zoals ze dat zouden zonder beperking en/of specifieke onderwijsbehoeften.
3.Maximale participatie
Leerlingen nemen volledig deel aan alle lessen en activiteiten, net zoals hun leeftijdsgenoten.
Het recht op redelijke aanpassingen blijft bestaan.
Dit staat bijvoorbeeld vermeld bij de 1ste krachtlijn ‘een inclusieve werking en schoolorganisatie realiseren in elke school’. Een van de actiepunten is dat elke school een sterke basis biedt voor alle leerlingen. Scholen kunnen dit doen door hun manier van lesgeven toegankelijk te maken voor iedereen en redelijke aanpassingen te voorzien voor leerlingen die het nodig hebben
1 van de 3 belangrijke principes van het advies is het ‘onvoorwaardelijk inschrijvingsrecht’. Dit wil zeggen dat elke leerling (ongeacht de specifieke onderwijsbehoeften) zich kan inschrijven in een school naar keuze.

“Nu is mijn schrik als ouders het advies lezen, dat het overkomt als ‘wij gaan BuO afschaffen en alle kinderen moeten het maar zien te redden in gewoon onderwijs’. Het is genuanceerder dan dat, die nuances moeten ook naar buiten komen.” (Kim)
De ondersteuning wordt stap voor stap opgebouwd en gebeurt zoveel mogelijk in de klas. Dankzij multidisciplinaire teams op de scholen is er altijd een gepaste ondersteuning beschikbaar voor zowel leerlingen en leerkrachten. Deze teams bestaan bijvoorbeeld uit leerkrachten van het buitengewoon onderwijs, een logopedist(e), een kinesitherapeut, … .
Er wordt ook ondersteuning voorzien door regionale expertisecentra om kwaliteitsvol onderwijs te garanderen bij leerlingen met complexe en intensieve ondersteuningsnoden.
“Het doel is om alle kinderen erin te krijgen met de nodige ondersteuning. Niet zoals in het huidige onderwijssysteem, waar vaak onvoldoende ondersteuning is Het systeem moet volledig herdacht worden. De expertise van mensen die in buitengewoon onderwijs staan, van de therapeuten… moet in de school komen. Waardoor je als ouder niet jouw kinderen moet achterlaten in een gewone school, zonder voldoende ondersteuning.”
In het advies wordt in de eerste fase gewerkt met pioniersscholen. Pioniersscholen zijn scholen die gaan experimenteren met hun dagindeling, ruimte-indeling… om alle kinderen samen in één klas te brengen. Dit is niet hetzelfde als campusscholen, die nu al bestaan. Een campusschool is meestal een samenwerking tussen een school gewoon en buitengewoon onderwijs waarbij leerlingen bijvoorbeeld de speelplaats delen of elkaar op welbepaalde momenten ontmoeten.
“De campusschool kan een tussenstap zijn, maar dit is niet het einddoel!” – Kim
Wens je na het lezen van dit bericht of het advies graag te reageren? Neem gerust contact op via info@oudersvoorinclusie.be