Tijdens mijn geboorte gingen er dingen mis, waardoor ik vandaag in een elektrische rolstoel zit en gebruik maak van mijn spraakcomputer en mijn gezichtsuitdrukkingen om te communiceren met mijn omgeving. Met de nodige technische hulpmiddelen ben ik prima in staat mijn mening uit te drukken, mijn computer te bedienen en relaties met anderen uit te bouwen. Als je dacht dat mijn beperking mij tegen houdt om een zo gewoon mogelijk leven te leiden, dan heb je het mis!

 

Buitengewone schoolcarrière met een uitstap naar het reguliere

Mijn vader is Nederlander, en dus startte mijn schoolcarrière in Nederland. Gelukkig verbergt mijn spraakcomputer mijn Nederlandse tongval, waardoor ik mij snel kon integreren toen we naar België verhuisden.

Toen ik klein was, kozen mijn ouders voor het buitengewoon onderwijs, omdat ze hoopten dat ik daar beter kon leren werken met mijn rolstoel en spraakcomputer. Hoe beter ik werd met mijn spraakcomputer, hoe meer ik ook mijn stem kon laten horen en mijn wens kon uitdrukken: “ik wil naar een gewone school”. Ik heb veel ‘gezaagd’, bij mijn ouders, maar ook bij familieleden die in het onderwijs werken.

Uiteindelijk ben ik in de laatste 4 jaar van het secundair onderwijs, voor één dag in de week naar het gewoon onderwijs gegaan. Ik volgde de richting Handel en keek vooral uit naar de lessen Aardrijkskunde, al vond ik Geschiedenis ook super interessant. Hoewel ik heel graag meer dan één dag in de week naar het gewone onderwijs was geweest, was ik al heel blij met die ene dag. Ik kreeg er de uitdaging die ik zocht en de lessen waren super interessant.

Dat ik ook naar een gewone school ging, heeft mij ook voorbereid op mijn werk nu. Het heeft mij heel erg gemotiveerd, ik had de smaak van het gewone leven te pakken.

Op weg naar werk

Elk kind heeft een idee over wat ze later willen worden, brandweerman, politieagent, leerkracht. Voor mij was dat niet anders, mijn vader heeft zijn eigen bedrijf en als klein meisje droomde ik er van om mee in het familiebedrijf te stappen. Ik zag mezelf al zitten, tussen de medewerkers van de boekhouding.

Gelukkig wisten mijn ouders dat ik inclusief werk wou doen en waren ze het hier ook mee eens. Samen met mijn persoonlijk assistente Ellen zijn we tijdens mijn laatste jaar secundair onderwijs begonnen met de voorbereidingen voor gewoon werk. Het werd snel duidelijk dat het vrijwilligerswerk zou worden, dat zorgde voor minder papierwerk, maakte dat ik makkelijker werk zou vinden en in onze financiële situatie kon dat ook. Uiteindelijk is vrijwilligerswerk ook gewoon werk.

Met Ellen maakte ik een portfolio en een sollicitatiemap. We contacteerden ook Matthias van het Steunpunt voor Inclusie en hij heeft ons hierin begeleid. Zo nu en dan zaten we digitaal samen, dan vertelden Ellen en ik wat we al gedaan hadden en gaf Matthias ons tips en ideeën.

Mijn werk

Vandaag werk ik twee dagen in de week voor het Steunpunt voor Inclusie. Ik doe er administratief werk waar mijn collega’s niet aan toekomen. Ik zorg er bijvoorbeeld voor dat de ledenlijst up-to-date is, zodat iedereen die dat wil op de hoogte blijft van alles wat met Ouders voor Inclusie te maken heeft. Ik ben ook mee verantwoordelijk voor onze sociale media en tijdens de vorige inclusiedag kon ik voor het eerst ondersteunen tijdens een workshop.

In de zomer werk ik ook in een chocoladewinkel. Ik verzorg er de website en de administratie. Dankzij mij betaal jij als klant altijd de juiste prijs voor jouw pralines, want ik verzorg de prijskaartjes.

Mijn collega’s doen hun best om de nodige redelijke aanpassingen voor mij te maken. Dat zijn praktische dingen, zoals mijn laptop aansluiten of mij losmaken als we gaan lunchen. Maar ik kan ook bij hen terecht als ik meer uitleg nodig heb bij een opdracht of als ik een woord niet ken. Ellen komt soms nog langs om een nieuwe opdracht in te oefenen of om redelijke aanpassingen te maken die mijn collega’s niet kunnen (bv. omdat het te maken heeft met de toegankelijkheidsprogramma’s op mijn laptop). Ze ondersteunt ook mijn collega’s bij het maken van stappenplannen voor mij. Soms moeten we wat zoeken wat het beste werkt voor mij, maar ik ben heel geduldig en mijn collega’s ook. Tijdens de middagpauze lunchen we altijd samen en we maken veel plezier.

Ik doe mijn werk heel graag, mijn collega’s moeten altijd lachen als ik ‘verdomme’ zeg wanneer ik de auto van mijn ouders zie toekomen op het einde van de werkdag. Een werkdag mag gerust nog wat langer duren voor mij!

Toekomstdromen

Ik ben nog steeds op zoek naar meer werk. Ik kan van thuis uit werken, maar vind het veel leuker om samen met de collega’s op locatie te werken. Het werk dat ik doe moet ook zinvol zijn voor mij. We zijn bij het Steunpunt voor Inclusie steeds op zoek om mijn takenpakket uit te bereiden en daarnaast zoek ik nog een werkplek waar ik als vrijwillig medewerker het verschil kan maken.

Heeft mijn verhaal jou geraakt? Heb je nog vragen? Of misschien ben je wel op zoek naar een vrijwillig medewerker met administratief talent? Je kan mij steeds mailen: andrea@oudersvoorinclusie.be