Ena zit ondertussen al in haar tweede schooljaar op LAB, tijd voor een terugblik, samen met haar ouders, de school en hun leerondersteuner.

Het eerste contact met LAB verliep heel anders dan op andere scholen” steekt mama Maaike van wal. Die eerste kennismaking was tijdens de ‘doe-dagen’, kennismakingsdagen waarop toekomstige leerlingen en hun ouders de school kunnen ontdekken en de werking echt van dichtbij ervaren. “We ontmoette er een schoolteam dat echt luisterde naar ons verhaal, dat met een open blik in onze zoektocht naar inclusie wou stappen”. Het voelde zo goed, dat Maaike en Bram besloten om Ena in te schrijven. Best spannend, want op dat moment was LAB een school in opstart, Ena zou dus een van de eerste leerlingen op school worden. Maar voor Ena voelde het goed, ondanks haar grote nood aan duidelijkheid, gaf deze school haar het vertrouwen dat ze nodig had om de sprong te wagen.

Als LAB school hebben we een duidelijke visie op leren en onderwijs, die door alle leerkrachten gedragen wordt” vertelt de directie. Dat dat ook echt zo is, wordt duidelijk doorheen ons gesprek. Leren leren, leerplezier, zelfstandigheid, zelfontplooiing, het zijn meer dan mooie woorden in LAB. Hun manier van werken past helemaal bij Ena, ze leert zelf haar planning maken, zelfstandig werken, hulpmiddelen gebruiken, e.d. “Hoe wij inclusie waarmaken? Vooral door een open en respectvolle feedbackcultuur te installeren” zegt de directie terwijl Maaike enthousiast knikt. Maaike vertelt hoe warm de regelmatige overlegmomenten zijn. Omdat de plaats van Ena op LAB niet in vraag wordt gesteld, komt er ruimte vrij om na te denken over hoe haar ondersteuning vorm kan krijgen. Ena’s leerondersteuner beaamt dit: “We kunnen alle zorgen op tafel leggen, er is vertrouwen dat we uiteindelijk hetzelfde doel voor ogen hebben en we er samen wel geraken.”

Omdat Ena in het buitengewoon lager onderwijs geen getuigschrift behaalde, startte ze bij LAB in 1B. Het gaf haar de kans om op haar eigen tempo te wennen aan een nieuwe school, en aan de specifieke werkwijze van de school. Ena leerde werken met alle hulpmiddelen die de leerlingen helpen hun leren te organiseren en zelf in handen te nemen. Starten in 1B gaf haar ook de ruimte om zichzelf beter te leren kennen. Zo ontdekte ze, samen met haar ouders en de school, dat de A-stroom haar beter lag. Dus startte Ena dit schooljaar in 1A, waar ze helemaal op haar plek zit. “Ena heeft de aangeboden kansen, aangereikte hulpmiddelen met 2 handen gegrepen” vertelt de directie niet zonder enige trots, mama Maaike vult aan: “Het doet ook deugd om te zien dat ze nu werkelijk de ruimte krijgt om opzoek te gaan naar wat haar interesseert en welke richting ze verder in haar studies zou willen uitgaan. Ze is gemotiveerd, al laat zij dat niet altijd even goed zien.”

Wat heeft nu gemaakt dat het inclusietraject van Ena op LAB zo’n succesverhaal is? Om te beginnen open en gelijkwaardige communicatie tussen alle partijen, waardoor zij steeds kort op de bal kunnen spelen. Ook de sterke visie van LAB die gedragen is door alle collega’s. Een deel van die visie houdt in dat de inclusie van Ena niet ter discussie staat, maar dat er bij haar (net als bij alle andere leerlingen) een focus gelegd wordt op groeikansen. Tot slot heeft LAB een sterk uitgebouwde brede basiszorg en staan ze open voor het steeds verder versterken van deze brede basiszorg. Wanneer Ena nood heeft aan redelijke aanpassingen, wordt steeds bekeken of de aanpassing voor alle leerlingen helpend kan zijn. Als dat zo is, dan wordt deze deel van de brede basiszorg. De specifieke noden van Ena versterken dus het onderwijs voor al haar medeleerlingen.

We eindigen graag met deze woorden van de directie: “Een pluim voor de ouders in hun betrokkenheid, de tijd die ze allebei maken om in overleg te gaan, hun vertrouwen in de school, hun kennis en hun aanvoelen van hun dochter, de balans die ze proberen te vinden in het sturen en loslaten van Ena