Matteo is een tienjarige jongen die rond zijn vijf jaar de diagnose van ASS (autismespectrumstoornis) kreeg. Hij volgde eerst les in het reguliere onderwijs maar nadat hij zijn derde kleuterklas al twee keer gedaan had, werd hij doorverwezen naar het bijzonder onderwijs. Hier voelt hij zich goed en is hij al enorm gegroeid. Omdat hij toch kennis zou maken met kinderen zonder beperking of kinderen met een andere beperking en omdat hij zich ook in de gewone maatschappij zou thuis voelen, vinden zijn ouders het wel belangrijk dat hij een vrijetijdsbesteding heeft binnen het algemene aanbod.

Hoe kwamen jullie terecht bij de tekenacademie in de buurt?

“Hierin was vzw Oranje een sleutelfiguur. Zelf zochten we al even naar een geschikte hobby voor Matteo. Zijn stiefbroer van 16 zat in de Chiro en we dachten dat dit voor Matteo misschien ook wel leuk was. We probeerden dit een paar keer maar dit was helemaal zijn ding niet en hij wou daar niet blijven. Daarnaast probeerden we hem eens mee te sturen met zijn zusje op danskamp. Dit was wel geslaagd en hij vond het leuk om te doen. Hij vond het echter alleen leuk om voor een korte periode in de vakantie te doen, maar doorheen het schooljaar wou hij liever iets anders.”

“Tijdens een ouderavond kwamen we dan in contact met vzw Oranje die samen met ons op zoek ging naar een inclusieve vrijetijdsbesteding. Eerst werden zijn interesses in kaart gebracht aan de hand van pictogrammen. Deze zoektocht zorgde voor verrassende uitkomsten. Zo gaf Matteo aan dat hij liefst wou gaan petanquen. Vzw Oranje zocht en vond een club waar we samen met Matteo eens gingen proberen. Hoewel hij het leuk vond, wou hij daarna toch liever niet meer teruggaan. Het competitieve, de vele regeltjes en het wachten op zijn beurt waren er teveel aan. Zijn tweede keuze was dan de kunstacademie. We zijn daar eens gaan luisteren en dat was eigenlijk meteen in orde.”

Stootten jullie tijdens jullie zoektocht op bepaalde drempels ?

“Je kon wel zien dat niet iedere organisatie evenveel voor inclusie openstond. Eerder uit angst voor het onbekende dan bewust. Zo was de petanqueclub bijvoorbeeld eerst wat terughoudend omdat ze niet goed wisten wat ze van iemand met ASS konden verwachten. Ook in de Chiro kwam deze reactie naar boven. De leiding bestaat ook uit jonge mensen en ze wisten niet zo goed hoe ze met Matteo moesten omgaan. Ik had niet het gevoel dat ze echt veel moeite deden om Matteo bij heel het gebeuren te betrekken. Bij de kunstacademie waren we dan wel weer meteen welkom. Ik praatte op een infomoment al even met de juf en zij vond dit geen probleem en zag dit meteen zitten.”

Welke aanpassingen worden er door de academie gedaan zodat Matteo vlot mee kan?

“Een eerste aanpassing is dat Matteo niet is ingedeeld in de groep van zijn leeftijd. In de academie zijn er twee groepen. In de eerste groep zitten de kinderen van het eerste, tweede en derde leerjaar. In de tweede groep zitten dan de volgende drie leerjaren. Matteo zit volgens het bijzonder onderwijs op het niveau van het tweede leerjaar, maar hij is eigenlijk tien jaar en zou dus in het vijfde leerjaar moeten zitten. We hebben toen gevraagd of het mogelijk was dat Matteo samen met zijn zus van zes die ook wou meegaan in de eerste groep kon zitten en dat was geen probleem. Verder krijgt hij ook de tijd en ruimte die hij zelf nodig heeft. In het begin is Matteo nogal afwachtend en terughoudend. De eerste keer bleef hij lange tijd in een hoekje staan voor hij toch wat dichter naar de rest van de groep toe ging. In de klas staat een tafeltje apart en daar mag Matteo gaan zitten zodat hij de ruimte krijgt die hij nodig heeft. Bij het begin van de les zitten ze altijd even samen in een kring en ook dan mag Matteo wat verder van de kring gaan zitten als hij dat wil. De juf is hier heel flexibel in en zal hem geen dingen opdringen die hij niet wil. Als hij een opdracht niet ziet zitten dan mag hij ook steeds iets anders doen. Dit is niet echt een aanpassing maar iets dat elk kind kan doen. De juf heeft hiervoor een speciaal hoekje in de klas waar wegwerpmateriaal staat dat steeds gebruikt kan worden als iemand een opdracht niet ziet zitten.”

Wat zou er volgens jou voor kunnen zorgen dat meer vrijetijdsorganisaties inclusief willen worden?

“Ik denk dat het volgen van een vorming hier wel belangrijk bij is. Dat er toch in elke organisatie iemand is die zich daar wat meer in verdiept zodat deze persoon weet welke beperkingen er zijn en hoe je ermee moet omgaan. Die persoon kan daarna de kennis ook doorgeven aan de rest van de organisatie. Deze vormingen kunnen misschien ook voorzien worden door belangenverenigingen. Bijvoorbeeld de vereniging voor autisme die een infoavond kan organiseren voor vrijetijdsorganisaties. Ik denk dat de organisaties zo wat beter voorbereid zullen zijn en minder terughoudend. Als je weet waar je mee te maken hebt en hoe je erop moet reageren zal je minder bang zijn om de uitdaging aan te gaan denk ik.”


Het interview met Valerie kwam tot stand dankzij Astrid Deryck, studente aan Odisee Hogeschool.