In aanloop naar de laatste verkiezingen was het droevig gesteld in de verschillende partijprogramma’s met aandacht voor inclusief onderwijs of de uitvoering van het VN-verdrag voor gelijke rechten van personen met een handicap (verder het VN-verdrag). Vandaag beweegt er veel rond en vanuit ‘inclusie’. Het momentum lijkt daar. Maar zien we dat ook in de politieke ambities rond onderwijs of de toepassing van het VN-verdrag? We doen een poging om met een wandeling in het bos van partijprogramma’s en standpunten de bomen te zien.

Waarschuwing! Het wandelgebied is te betreden op eigen risico!

CD&V pleit voor de vrije keuze van ouders om hun kind het onderwijs te laten volgen dat het beste aansluit bij hun eigen visie op leven en leren. Gelijke kansen mogen niet gehinderd worden door handicap, afkomst of financiële mogelijkheden. Hoewel er oplossingen moeten komen voor het capaciteitstekort in het buitengewoon onderwijs, willen ze een langetermijnstrategie over meerdere legislaturen heen, om te komen tot echt inclusief onderwijs. Ze schuiven hierbij het ‘ééncampusmodel’ (met ‘gewone’ en ‘buitengewone’ leer- en leefsettings) naar voor als basis voor inclusief onderwijs. Naar het VN-verdrag wordt verder enkel verwezen omwille van de uniforme en eenduidige definitie van handicap die moet toegepast worden op alle bestuursniveaus.

Voor Vooruit moeten jongeren maximaal in het gewoon onderwijs les kunnen volgen. Daartoe willen ze schoolbesturen, scholengroepen en -gemeenschappen ondersteunen om zoveel mogelijk inclusieve campussen te creëren en moeten scholen voldoende handvatten hebben om leerlingen de juiste ondersteuning te bieden. Een doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs mag niet langer noodzakelijk enkelrichting zijn. Een jongere moet terug kunnen aansluiten in het gewoon onderwijs. Leerlingen mogen niet langer dan 120 minuten op de bus. Over het VN-verdrag  wordt niet gesproken.

Voor NVA bestaan het gewoon en het buitengewoon onderwijs perfect naast elkaar. Voldoende ondersteuning blijft cruciaal, zowel in de school om de hoek als in het buitengewoon onderwijs. Ze ijveren voor een beter inschrijvingsdecreet voor het buitengewoon en minder lange busritten. Over het algemeen willen ze personen met een beperking maximaal betrekken in onze inclusieve samenleving, zodat ze een volwaardig leven kunnen uitbouwen. Over de toepassing van het VN-verdrag wordt niet gesproken.

Open VLD wil kinderen met een zorgnood in het gewoon onderwijs zoveel mogelijk helpen door scholen in het gewoon onderwijs beter te ondersteunen. Ook zij zetten in op campusscholen waar scholen van het gewoon- en buitengewoon onderwijs op dezelfde site zitten. Ze willen verder investeren in een goed regionaal gespreid aanbod van scholen buitengewoon onderwijs. Het huidige ‘recht op leerlingenvervoer’ moet hervormd worden tot een ‘recht op ondersteuning voor de woon-school verplaatsingen’. Het VN-verdrag moet nog sterker geïmplementeerd worden om te komen tot een echte inclusieve samenleving.

Groen wil inclusieve scholen waar elke leerling zich welkom voelt. Via een stappenplan willen ze evolueren naar een meer inclusief onderwijssysteem. In afwachting moeten er meer verschillende disciplines aan de slag kunnen in de gewone school, dienen de leersteuncentra meer slagkracht te krijgen en moet het mogelijk worden om gewoon en buitengewoon onderwijs binnen één school te organiseren. Ouders moeten voldoende betrokken worden. Beroep kunnen doen op een assistent maakt het beter haalbaar om school te kunnen lopen in het gewoon onderwijs. Daartoe dienen de wachttijden voor een persoonlijk assistentiebudget weggewerkt worden. Elke leerling die recht heeft op vervoer moet binnen 60 minuten op school raken. Groen wil een volledige uitvoering van het VN-verdrag.

Op termijn wil de PVDA inzetten op meer inclusie in het reguliere onderwijs van leerlingen met verhoogde zorgnoden. Ze nemen Finland als voorbeeld waar gelijk onderwijs voor iedereen en het principe van integratie centraal staan. De budgetten voor leersteun moeten hoger en de ondersteuners moeten kinderen met een handicap rechtstreeks in de klas begeleiden. Kinderen en hun ouders willen ze actiever betrekken bij de zoektocht naar aanpassingen. Ook de lerarenopleiding moet uitgebreid worden. In afwachting willen ze de financiering in het buitengewoon onderwijs verhogen opdat er voldoende capaciteit is en inzetten op campussen waar beide onderwijsvormen samen gevestigd zijn. Het VN-verdrag  komt enkel ter sprake bij het thema ‘inclusief wonen op maat’.

Het Vlaams Belang spreekt zich niet uit over inclusief of buitengewoon onderwijs, noch over de toepassing van het VN-verdrag.

Over de positie van ouders van kinderen en jongeren met een beperking of hoe hen te betrekken is niet zoveel te vinden in de verschillende programma’s. Dat geldt ook voor de ondersteuning in de thuiscontext. De voorstellen gaan er van gratis basiszorg of ondersteunende diensten, over meer ondersteuning van mantelzorgers, mantelzorgverlof of respijtzorg (ouders kunnen tijdelijke ondersteuning krijgen), tot meer financiering (versterken persoonsvolgende financiering, verhoogde tegemoetkomingen of een hoger zorgbudget). Elk voorstel op zich kan voor ouders wel een verschil maken maar ouders zullen zich pas echt ondersteund voelen wanneer het een geïntegreerd verhaal is (dus én-én, niet of-of). Kiezen is verliezen. Het ontbreekt de meeste partijen vooralsnog aan een inclusieve beleidsvisie, waarin de verschillende levensdomeinen zorg, wonen, onderwijs, werk en vrije tijd met elkaar verbonden zijn en elkaar versterken.

– Beno Schraepen

In opdracht van Ouders voor Inclusie

Auteur van ‘Excluses. Wat uitsluiting doet met mensen’ (Owl Press)