Na 15 jaar strijd vanuit Independent Living keurde het Vlaamse parlement in 2000 een decreet goed waardoor het persoonlijk assistentiebudget (PAB) beperkt werd toegekend. Vanaf 2016 kan een PAB enkel aangevraagd worden voor minderjarigen. Meerderjarigen kunnen een persoonsvolgend budget (PVB) aanvragen.
Met een PAB kunnen ouders assistentie organiseren en financieren voor thuis, op school of op het werk. Het kan gaan om zowel praktische, inhoudelijke als organisatorische hulp en/of ondersteuning van het dagelijkse leven of om specifieke agogische of orthopedagogische begeleiding en/of ondersteuning van de persoon met een handicap en/of zijn ouders. Ondertussen is het aantal houders van een PAB gestegen naar 1816 budgethouders.
Toch is het er geen algehele feestvreugde. Eind 2022 stonden er ook nog 1478 kinderen en jongeren op de wachtlijst voor een PAB en als eindelijk je budget wordt toegekend begint er een grotere uitdaging: het vinden van kwaliteitsvolle assistentie. Assistentie is een knelpuntberoep, net als andere zorgberoepen. Bovendien knellen hier nog een paar extra schoenen.
Persoonlijk assistent is geen specifiek of erkend ‘zorgberoep’ maar wordt soms wel zo gepresenteerd en nog vaker zo gepercipieerd. Vacatures hebben het bv. over zorgassistent, zorgbegeleider, … Assistentie kan natuurlijk wel (medisch) zorgende taken omvatten maar dat die handelingen vooral ten dienste staan van de activiteiten in dagelijkse leven en volwaardige deelname aan de maatschappij, is niet de gangbare visie. Een persoon met een handicap of beperking zit in Vlaanderen nog teveel gevangen in een medische en geïnstitutionaliseerde beeldvorming en subsidie logica.
Dat is niet zonder gevolgen.Zo zit er vaak spanning op het loon dat men kan betalen met een PAB en de ondersteuning die nodig is voor zoon of dochter en kunnen ouders weinig perspectief naar loopbaan bieden. Dit in tegenstelling tot grotere voorzieningen of instellingen. Om een opgeleide assistent te vangen, vissen beide wel in dezelfde overbeviste vijver. Voor de potentiële kandidaat is de keuze dan snel gemaakt. Dat er geen voorwaarden voor de opleiding of ervaring zijn en de budgethouder zelf bepaalt wat belangrijk is, maakt het niet per se makkelijker. Omdat de nood hoog is verlagen budgethouders bijna vanzelf hun kwaliteitseisen wat ook zorgt voor veel verloop.
De sociale en welzijnsopleidingen hebben assistentie als volwaardige beroepsmogelijkheid evenmin omarmd. Deze studenten worden in hoofdzaak opgeleid voor residentiële en ambulante voorzieningen, leefgroepwerking en/of individuele begeleiding, … maar altijd als deel van een team of bestaande structuur. Dat vat het zowat samen. Het individueel begeleiden i.f.v. inclusieve levensloop, werken als assistent voor een gezin als werkgever, ondersteunen vanuit medezeggenschap of gelijkwaardigheid, komen weinig aan bod. Het werken als persoonlijk assistent is amper een studietraject of keuzeoptie, noch wordt het gepresenteerd als volwaardige beroepsmogelijkheid. Dat studenten geen stage mogen doen als assistent is veelzeggend. Geïnteresseerden zonder gepaste vooropleiding kunnen de opleiding ‘Persoonlijke assistentie’ volgen bij het volwassenonderwijs (www.hik.be). Het is vooralsnog de enige opleiding in Vlaanderen die specifiek gericht is op het aanleren van kennis en vaardigheden i.f.v. assistentie.
PAB-budgetten voorzien is één ding, het mensbeeld en de maatschappijvisie die erin vervat zit promoten en jonge professionals hierrond opleiden een ander. Laat dat nu de voorbije 15 jaar weinig gebeurd zijn. Kwaliteitsvolle assistentie en ondersteuning impliceert een relatie waarin heel wat huidige en toekomstige (zorg)professionelen zich (nog) niet in herkennen. Het is geen zorgende maar een ondersteunende relatie. Het is een relatie die vertrekt vanuit dialoog en gelijkwaardigheid en die weg blijft van medelij, naastenliefde en betutteling. Waar de expertise van de professional niet domineert maar waardevol en aanvullend is op de deskundigheid uit ervaring van het kind of jongere en het gezin. Graduaats- en bacheloropleidingen zijn praktijkgerichte opleidingen die voorbereiden op een diverse praktijk. Zolang die praktijk blijft hangen in een aanbodgerichte zorg en niet verder evolueert naar een vraaggerichte ondersteuning, zien we dat weerspiegeld in de opleidingen.
Nochtans trekken alle sociale en welzijnsopleidingen de kaart van kwaliteit van leven en het VN-verdrag voor gelijke rechten van personen met een handicap. Dit houdt in dat iemand keuze en controle heeft in zijn/haar/hun omgeving en hierdoor betekenis geeft aan het eigen leven. Dat impliceert ondersteuning i.f.v. autonomie, zelfstandigheid en volwaardige participatie in de samenleving. Mensen opleiden tot persoonlijke assistentie is niet alleen een wezenlijk maar noodzakelijk onderdeel om hieraan tegemoet te komen.
– Beno Schraepen
In opdracht van Ouders voor Inclusie
Auteur van ‘Excluses. Wat uitsluiting doet met mensen’ (Owl Press)